t' Moed

T MOET GOED = T MOED 

Vanuit onze ombudsbril

Behoorlijkheidsvereiste: bevorderen van actieve deelname van inwoners.

De overheid spant zich in om de burger actief te betrekken bij haar handelen en bij de totstandkoming van beleid. Als in het besluitvormingsproces de burger een rol heeft, geeft de overheid dit tijdig aan en laat weten welke rol de burger kan vervullen en hoe de participatie is vormgegeven. Ook geeft zij na afloop aan wat er gedaan is met de inbreng van de burger.  

Het uitgangspunt van ORR, gebaseerd op de behoorlijkheidsvereiste, is dat burgers de gewenste einduitkomst van zimmen voor hun (deel)groep niet ‘bestellen’, maar dat een bestuursorgaan wel aan zimmen moet doen en dat op een goede manier. Dat betekent dat er een zimmproces moet worden ingericht, zelfs als dat niet is voorzien, zoals in de Spreidingswet, en zelfs als er sprake is van gevoelens als “NOT in my backyard”.

Aan dat proces stellen wij als ORR een aantal eisen. En dat aan de (eind)uitkomst van de participatie eisen gesteld kunnen en moeten worden: wat doet de overheid met de inbreng, opbrengst en uitkomst van zeggenschap, inspraak, meepraten en meebeslissen van alle betrokkenen? En doet de overheid dat conform de behoorlijkheidsvereisten goed genoeg?

’t MOED: vertrouwen herstellen en verbeteren 

Zimmen heeft een morele kant. Het is een morele plicht en in dit tijdsgewricht verstandig om te doen. Het vraagt ook MOED om het te doen, zowel leiderschap als morele moed.

De samenleving is non-stop in beweging. En idealiter, naar onze mening, maken we de samenleving samen en worden de stemmen en geluiden goed gehoord, zowel bij beleidsvorming als bij besluitvorming, als tijdens de uitvoering van besluiten en beleid.

Dat Zimmen MOED, heeft vooral te maken met het feit dat het (gebrek aan) zimmen wordt gekoppeld aan verminderd vertrouwen en afnemend vertrouwen.   

Niet voor niets staat er in het landelijke coalitie-akkoord (pagina 5):  “Wij willen het vertrouwen  tussen burgers en overheid  herstellen. Dat zal alleen  gaan als de overheid  betrouwbaar is, vertrouwen  heeft in burgers en oog heeft  voor de menselijke maat.“  

In het manifest ‘Over informatie gesproken‘ wordt daarom ook veel aandacht besteed aan het tijdig betrekken van maatschappelijke organisaties en belanghebbenden bij het maken van beleid. In dit manifest wordt ook aandacht besteed aan het belang van de kwaliteit van de informatie, wat direct samenvalt met de behoorlijkheidsvereisten.

Transparant 

De overheid handelt open en voorspelbaar, zodat het voor de burger duidelijk is waarom de overheid bepaalde dingen doet.

Transparantie vereist van de overheid een open houding. De overheid zorgt ervoor dat burgers inzicht kunnen hebben in de procedures die tot beslissingen leiden en het hoe en waarom ervan. Daarnaast zorgt de overheid ervoor dat haar handelingen getoetst kunnen worden.

En een goede informatieverstrekking  

De overheid zorgt ervoor dat de burger de juiste informatie krijgt, die zowel klopt als volledig en duidelijk is. Ze verstrekt niet alleen informatie wanneer de burger erom vraagt, maar ook proactief. De overheid is verplicht de burger zowel gevraagd als ongevraagd alle informatie te geven over handelingen en besluiten die de belangen van de burger kunnen raken. Ze is daarbij servicegericht en neemt een actieve houding aan door belangrijke informatie tijdig op eigen initiatief te verstrekken.

Er is veel onderzoek gedaan door tal van toonaangevende instituten, ook naar aanleiding van het (lage) opkomstpercentage bij verkiezingen, waarbij een correlatie wordt gelegd tussen ‘luisteren naar’ en ‘serieus genomen worden’.

In dat verband is ook het rapport ‘Koester de democratie!‘ van de commissie Versterking Weerbaarheid Democratische Rechtsorde van 2 november 2023 (waar pmbudsvrouw Marianne van den Anker deel van uitmaakte) relevant. Daarin wordt een helder verband gelegd tussen de collectieve prestaties van de overheid, waaronder of mensen het gevoel hebben dat de overheid naar hen luistert, hen serieus neemt en betrekt bij algemene besluiten en individuele besluiten, en het vertrouwen in de politiek en overheid.

‘t MOED: dejuridiseren: bezwaarschriften en rechtszaken (zien te) voorkomen

 Een laatste punt waar wij als ORR op willen wijzen, is het voorkomen van allerlei bezwaarschriften, WOO-verzoeken en rechtszaken. ORR vermoedt (hypothese) dat veel rechtszaken voorkomen kunnen worden als gemeenten beter naar inwoners en belanghebbenden luisteren en met hen het goede gesprek aangaan, ook op het terrein van eerstelijnsklachtafhandeling. Een analyse door gemeenten van het soort, de aard en het aantal rechtszaken door bewoners tegen de gemeente zou wel eens tot ontluisterende conclusies kunnen leiden dat veel van deze frustratie, het onbegrip en het tegenover elkaar komen te staan, voorkomen had kunnen worden. 

Zimmen staat dus ook voor het willen verbeteren van de relatie met inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden, waardoor men elkaar niet hoeft tegen te komen in de rechtszaal.