Een betrouwbare overheid

Mevrouw H. bezoekt begin oktober het spreekuur van de ombudsman. Zij is ten einde raad. Haar bijstandsuitkering van september is niet uitbetaald, terwijl zij en haar 3 kinderen, waaronder een tweeling van 2,5 jaar, op die uitkering zijn aangewezen.

Mevrouw H. vertelt dat zij in augustus een brief van de gemeente had ontvangen waarin stond dat was besloten een maatregel op haar uitkering toe te passen, inhoudende dat haar uitkering in de maand september (inclusief de vakantietoeslag over die maand) met 100% zou worden verlaagd. Mevrouw H. had toen direct contact opgenomen met de gemeente. Hierop werd aan haar toegezegd dat de maatregel zou worden ingetrokken als zij kopieën van bepaalde documenten zou afgeven. Op 12 september 2015 heeft mevrouw H. de betreffende stukken ingeleverd. De ontvangst hiervan wordt op 28 september 2015 door de gemeente met een stempel voor ontvangst bevestigd. Ondanks de gedane toezegging blijft de uitbetaling van mevrouw H’s bijstandsuitkering in september 2015 echter uit.

Mevrouw H. heeft, zo vertelt zij de ombudsman, over deze handelwijze van de gemeente al een klacht ingediend. Een sociaal raadsman heeft haar hierbij geholpen.

De ombudsman benadert de gemeente
Naar aanleiding hiervan neemt de ombudsman contact op met het team Klachten Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam. De toezegging blijkt inderdaad aan mevrouw H. te zijn gedaan. Dat blijkt uit het administratieve systeem dat de gemeente hiervoor hanteert. Ondanks het feit dat de maatregel volgens de gemeente wel terecht was opgelegd, moet de burger (in dit geval mevrouw H.) er op kunnen vertrouwen dat de gemeente betrouwbaar is en dat zij dus haar toezeggingen nakomt. De maatregel wordt daarom alsnog ingetrokken en de volledige uitkering over september is enkele dagen later alsnog aan mevrouw H. overgemaakt. De gemeente heeft toegezegd nog inhoudelijk te zullen reageren op de door mevrouw H. ingediende klacht.

Uitbetaling door het Fonds Bijzondere Noden
Bij wijze van overbrugging heeft de ombudsman in dit geval een beroep gedaan op het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam. Het Fonds besloot mevrouw H. een bedrag van €100,- uit te keren om in de tussentijd eten en drinken voor haar en haar jonge kinderen te kunnen kopen. De ombudsman is blij dat via het Fonds deze noodoplossing kon worden gevonden.