Peter heeft een beperking. Hij is slechtziend. Hij is klaar met het VMBO. Peter wil graag onderwijsassistent worden. Hij meldt zich aan bij het MBO. Op het aanmeldformulier zet hij dat hij niet goed kan zien. Er volgt een gesprek met de opleiding. Dan krijgt Peter een vervelend telefoontje. De opleiding denkt niet dat dit een geschikte opleiding is voor Peter. Peter snapt er niets van en belt de kinderombudsman.

De kinderombudsman snapt het ook niet. Zij stelt voor om een gesprek te hebben met de opleiding en Peter. Dat gebeurt. Vanuit de opleiding worden excuses aangeboden. Ze vinden dat zij niet helder met Peter hebben gecommuniceerd. En ze denken met Peter mee welke opleiding wel bij hem zou passen. Peter wordt bij deze nieuwe opleiding hartelijk ontvangen en kan daar starten.

De kinderombudsman blijft wel met een zorg zitten en bespreekt die met de onderwijsinstelling. Is er nu sprake geweest van een advies of een afwijzing voor de opleiding? Dat vindt de kinderombudsman belangrijk om te weten. Is het een advies, dan kan Peter toch de opleiding volgen als hij dat wil. Is het een afwijzing, dan moet Peter daar bezwaar tegen kunnen instellen. Nu is dat niet duidelijk geworden. De onderwijsinstelling begrijpt deze zorg en laat weten aankomende studenten voortaan schriftelijk te laten weten wat de uitkomst van het gesprek is: advies of afwijzing. Zodat ze weten waar ze aan toe zijn.

Met welke vragen kan je bij de gemeentelijke kinderombudsman terecht en wat doet zij daarmee? Elke maand vind je hier een voorbeeld van de vragen en klachten die de gemeentelijke kinderombudsman krijgt en probeert op te lossen.

*Vanwege privacy gebruiken we een zelfverzonnen naam.