Woonoverlast en onveiligheid in een straat in Rotterdam-Noord
(samenvatting dossier 2015.394) De heer D. woont met zijn gezin al lange tijd tot volle tevredenheid in een portiekwoning in een straat in Rotterdam-Noord. In 2011 krijgt hij een nieuwe onderbuurman. De man blijkt met verslavingsproblemen te kampen en vanaf dat moment ervaren de heer D. en zijn gezin verschillende vormen van overlast. Het gaat om blowen (geuroverlast), geschreeuw vanuit de straat naar de buurman, een inval van de politie, verdachte situaties zoals ‘flitsbezoeken’ en onbekende fietsen die niet op slot staan.
De heer D. meldt de overlast bij de woningstichting en de gemeente. Soms blijkt er sprake van een misverstand en soms is het ook geruime tijd rustig, maar de heer D. en zijn gezin voelen zich in hun huis niet meer op hun gemak. De gemeente stelt een gesprek voor met de onderbuurman of een mediationtraject. De heer D. wil dit niet omdat hij bang is voor represailles.
Voor de heer D. is het een dieptepunt als de onderbuurman gearresteerd wordt wegens mogelijke betrokkenheid bij een steekpartij en in dezelfde periode een brandend bankstel uit de woning van de onderbuurman wordt gegooid. De heer D. vindt dat het nu genoeg is geweest. Al die jaren meldt hij al overlast en de gemeente doet er volgens hem niets aan. Hij is ten einde raad. Als de gemeente hem dan weer vraagt om een digitaal overlastdossier in te vullen, wordt hij moedeloos en stopt hij met melden en stapt hij naar de ombudsman.
De gemeente vindt dat ze voldoende werk heeft gemaakt van de meldingen. De coördinator woonoverlast is bijvoorbeeld 10 keer op huisbezoek geweest bij de onderbuurman en de politie heeft in verband met de flitsbezoeken een aantal keer gepost. Voor het sluiten van de woning is de overlast echter niet consequent en niet zwaar genoeg.
De ombudsman oordeelt na uitgebreid en aanvullend onderzoek dat de gemeente Rotterdam voldoende heeft gereageerd op de meldingen van de heer D. De harde realiteit is dat de gemeente geen oplossing heeft voor dit type overlast. De gemeente kan binnen de huidige spelregels ook geen andere woning aanbieden.
Helaas heeft de ombudsman voor de heer D. geen oplossing kunnen bieden.