Wel of niet gehandicapt, wel of niet op de goede parkeerplaats?
De heer A. beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart. Hij krijgt een bekeuring omdat hij zonder een parkeervergunning op een parkeerplaats voor vergunninghouders staat. De heer A. vindt dat de bekeuring onredelijk en onbillijk is en klaagt over onheuse bejegening door de stadswachten die volgens de heer A. gezegd hebben dat hij niets mankeert en veel te jong is voor een gehandicaptenparkeerkaart. De heer A. is er niet tevreden over dat de gemeente weigert de stadswacht op zijn gedrag aan te spreken.
De ombudsman stelt een onderzoek in naar drie klachten van de heer A. over de afdeling Toezicht en Handhaving van het cluster Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam. De ombudsman hoort, in het kader van zijn onderzoek, de stadswacht die de bekeuring aan de heer A. heeft opgelegd en de stadswacht die daarbij aanwezig was.
De ombudsman vindt het aannemelijk dat de heer A. zich heeft vergist in de parkeerplaats, gelet op het feit dat de heer A. over een gehandicaptenparkeerkaart beschikt. Hij bedoelde op de gehandicaptenparkeerplaats te parkeren en heeft per ongeluk op de vergunninghoudersplaats geparkeerd.
Voor wat betreft de bekeuring komt de zaak bij de kantonrechter. De rechter vernietigt de bekeuring omdat het proces-verbaal van de stadswacht geen juiste weergave van de feiten zou geven. Omdat de zaak bij de rechter ligt, beëindigt de ombudsman zijn onderzoek naar deze klacht zonder daar een oordeel aan te verbinden.
Voor wat betreft de bejegening lopen de verklaringen van de heer A. en de stadswachten bij de ombudsman uiteen over wat er voor, tijdens en na het opleggen van de boete is gebeurd. De ombudsman kan alleen vaststellen dát er een gesprek is geweest tussen de stadswachten en de heer A. De verklaringen zijn zo verschillend dat de ombudsman niet met enige zekerheid of zelfs met enige aannemelijkheid kan vaststellen wát de inhoud van het gesprek is geweest.
De ombudsman kan niet bepalen of de stadswachten wel of niet behoorlijk gehandeld hebben. De ombudsman beëindigt daarom zijn onderzoek naar deze klachten zonder daar een oordeel aan te verbinden.
Hier vindt u het hele Rapport 2013.941 van de ombudsman van 22 april 2015.