Vervoer op Maat? En mijn rolstoel dan?
De heer V. heeft een herseninfarct gehad en verblijft tijdelijk in een revalidatiecentrum. Daar brengt een Wmo-medewerker van de gemeente (Wmo= Wet maatschappelijke ondersteuning) een bezoek aan de heer V. Daarbij is zijn vrouw aanwezig. Tijdens dit bezoek zegt de medewerker toe dat de heer V. Vervoer op Maat krijgt. Dit is een voorziening van de gemeente Rotterdam waarbij speciale busjes mensen die niet zelfstandig kunnen reizen, op een afgesproken adres ophalen en wegbrengen.
Na het bezoek ontvangt de heer V. een besluit van de gemeente: de heer V. krijgt vervoer maar zonder rolstoel of alleen met een inklapbare rolstoel. De vrouw van de heer V. vindt dit geen goede voorziening voor haar man omdat hij alleen in zijn eigen rolstoel vervoerd kan worden. Volgens mevrouw V. zou de gemeente dit aanpassen. Zij belt een aantal keren, maar het lukt haar niet om de gemeente te bereiken. De heer V. kan in de tussentijd geen gebruik maken van de busjes van de gemeente.
Mevrouw V. dient een klacht in bij de ombudsman. Omdat de heer V. al die tijd niet kan reizen, vraagt de ombudsman de gemeente om de klacht direct op te pakken.
Vier dagen later laat de gemeente de ombudsman weten dat de klacht is opgelost. De Wmo-medewerker heeft mevrouw V. gebeld om zijn excuses aan te bieden. Hij was vergeten om het besluit van de gemeente aan te passen naar Vervoer op Maat met rolstoel. De gemeente doet dit alsnog binnen 1 week.
De ombudsman is blij dat de heer V. nu wel in zijn rolstoel kan reizen.