Te weinig geld om schuld af te lossen: regels goed toegepast door de gemeente
De heer W. heeft een schuld bij het Cluster Werk & Inkomen in verband met te veel ontvangen uitkering in 2005. Omdat hij de afgesproken bedragen niet aflost, legt Werk & Inkomen in november 2011 beslag op zijn loon. Vervolgens raakt meneer W. in december 2011 werkeloos en ontvangt hij een WW-uitkering van het UWV. Het beslag wordt voortgezet op zijn uitkering. Na aftrek van zijn huur houdt de heer W. nog naar € 2,- over om de hele maand van te leven.
In de wet is geregeld dat op een deel van het inkomen geen beslag mag worden gelegd. Dit is de zogenaamde ‘beslagvrije voet’. Afhankelijk van de huishoudsituatie en leeftijd gelden verschillende basisbedragen, in beginsel 90% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Door verschillende omstandigheden dient de heer W. pas in mei 2012 bij Werk & Inkomen een verzoek in de hoogte van de beslagvrije voet aan te passen. Op dat verzoek wordt positief beslist en met ingang van mei 2012, de datum dat hij het verzoek heeft ingediend, wordt de nieuwe beslagvrije voet toegepast. De heer W. is het hier niet mee eens. Hij vindt dat de beslagvrije voet met terugwerkende kracht vanaf december 2011 moet worden toegepast. Zowel de Nationale ombudsman als de Kamer van gerechtsdeurwaarders hebben in een uitspraak geoordeeld dat de beslagvrije voet met terugwerkende kracht gecorrigeerd moet worden. Via een advocaat verzoekt hij de ombudsman een onderzoek in te stellen.
De ombudsman kijkt eerst naar de geldende regelgeving. Voor de invordering van uitkeringen gelden namelijk andere regels: Als de schuldenaar geen informatie verstrekt, dan wordt de hoogte van de beslag vrije voet op 0 gesteld. Dat betekent dat op het gehele inkomen beslag kan worden gelegd. Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat Werk & Inkomen in januari 2012 een aangetekende brief heeft gestuurd naar de heer W. waarin om gegevens wordt gevraagd voor het vaststellen van de hoogte van de beslagvrije voet. Deze brief heeft hij niet in ontvangst genomen of opgehaald. Ook op de brief die vervolgens per gewone post werd verzonden, reageerde hij niet.
De heer W. werpt nog wel tegen dat hij bij het UWV had geprotesteerd tegen de hoogte van de beslagvrije voet. Werk & Inkomen was hier echter niet van op de hoogte en kon daar dan ook geen rekening mee houden. Hoewel de ombudsman zich kan voorstellen dat de heer W. zich tekort voelt gedaan, kan hij niet anders dan constateren dat Werk & Inkomen in overeenstemming met de regels heeft gehandeld.