Te lang wachten op voorschot op uitkering
De heer R. is alleenstaande vader van twee dochters. Als zijn inkomen wegvalt, raakt hij in financiële problemen. Uiteindelijk dient hij bij het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam een aanvraag in voor een bijstandsuitkering. De gemeente heeft acht weken de tijd om de aanvraag van de heer R. te behandelen. Dat is voor deze alleenstaande vader met zijn gezin een lange periode. Zijn financiële situatie wordt steeds nijpender. Het gezin leeft van giften van vrienden, meneer eet met zijn kinderen zoveel mogelijk bij zijn moeder. Dit is echter geen situatie die lang kan duren.
Na vijf weken dient de heer R. een klacht in bij de ombudsman. Hij is er niet tevreden over dat hij van de gemeente geen voorschot krijgt op zijn uitkering. Volgens de wet moet de gemeente uiterlijk binnen vier weken na een aanvraag voor een uitkering een voorschot verstrekken, tenzij er goede redenen zijn om dat niet te doen. De gemeente hoeft bijvoorbeeld geen voorschot te verstrekken aan iemand die nog niet alle gevraagde informatie heeft ingeleverd. Ook hoeft er geen voorschot uitbetaald te worden als de gemeente verwacht dat de aanvraag zal worden afgewezen.
Omdat de ombudsman het belangrijk vindt dat de gemeente eerst zelf de kans krijgt de klacht naar tevredenheid van de heer R. af te handelen, stuurt hij de klacht door naar het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam.
Twee weken later ontvangt de ombudsman een kopie van de reactie op de klacht die door de gemeente Rotterdam naar de heer R. is gestuurd. De gemeente schrijft dat de heer R. uiteindelijk na vijf weken een eerste voorschot op de gevraagde bijstandsuitkering heeft ontvangen. Omdat de heer R. het voorschot niet binnen de door de wet gestelde termijn van vier weken heeft ontvangen, wordt zijn klacht gegrond verklaard.