De klikobak van een Rotterdamse wordt gestolen. Dat is lastig voor iedereen, maar voor deze bewoner in het bijzonder. Door medische problemen heeft zij meer afval dan gemiddeld en kan zij niet lang zonder kliko.

De Rotterdamse belt met 14010 van de gemeente en zij krijgt het advies aangifte bij de politie te doen en de aangifte naar de gemeente te zenden. Het doen van aangifte vormt een obstakel voor deze mevrouw, want zij is aan huis gebonden. Een nog groter probleem is de tijd die met de procedure is gemoeid: “Hoe lang gaat het duren voor er een nieuwe kliko op haar stoep staat?”  De Rotterdamse belt meermalen met 14010 en wordt keer op keer doorverbonden. Zij doet keer op keer haar verhaal, maar niemand kan haar vraag beantwoorden. Wel krijgt ze het advies om zolang gebruik te maken van de afvalbak van haar buren. Door de hoeveelheid afval is dit echter geen goede oplossing.

De Rotterdamse belt uiteindelijk met de  ombudsman en legt haar probleem voor. De ombudsman meent dat er in dit bijzondere geval snel wat moet gebeuren en zet een bemiddelingspoging in. Hij vraagt de gemeente of deze inwoner snel en zonder papierwerk een nieuwe kliko kan krijgen. “Ja natuurlijk”,  is het antwoord van de  betrokken medewerker van de gemeente en hij regelt het direct. Nog dezelfde avond staat er een nieuwe afvalbak voor de deur.