Overlast van een berk
(samenvatting dossier 2016.1277) Mevrouw H. en de heer F. wonen in Vlaardingen naast elkaar. Achter hun tuinen staat een rijtje berken van de gemeente. Van een van die berken ondervinden zij overlast in de vorm van schaduw, bladeroverlast, vogelpoep etc.
Zij doen de gemeente een aantal voorstellen om een eind te maken aan de overlast die zij ervaren. Zij willen dat de gemeente de boom geheel kapt, een van de 2 armen kapt of de boom met 25% terugsnoeit. Als de gemeente dat niet wil zijn mevrouw H. en de heer F. bereid de boom zelf te verwijderen en een nieuwe boom te planten. Tijdens het onderzoek van de ombudsman doen zij, omdat daar geen kapvergunning voor nodig is, het voorstel om de boom tot 20% te toppen.
De gemeente vindt dat de ervaren overlast niet van dien aard is dat hiervoor een gezonde boom verwijderd of gesnoeid moet worden. Daarnaast past het snoeien van de boom (ook het toppen tot 20%) niet binnen het bomenbeleid. De berk gezond is en van goede kwaliteit is en de gemeente verwacht geen problemen met de standplaats of de levensduur van de berk. Volgens het geldende beleid geeft de gemeente in zo’n geval geen kapvergunning voor de boom. De gemeente snoeit alleen bomen als dat nodig is om ze ‘duurzaam volwassen’ te laten worden. Bij deze berk is dat niet aan de orde.
De ombudsman gaat ter plaatse kijken, maakt foto’s en buigt zich over het groenbeleid van de gemeente Vlaardingen. Aan de hand daarvan beoordeelt hij of de afweging van de gemeente om het algemeen belang van een groene gemeente voor te laten gaan op het individuele belang van mevrouw H. en de heer F., redelijk is en of de gemeente zijn standpunt voldoende gemotiveerd heeft.
De ombudsman komt tot de conclusie dat de gemeente zich aan zijn eigen beleid heeft gehouden en de keuze voor het algemeen belang niet onredelijk is. De overlast die mevrouw H. en de heer F. ondervinden is de ‘gewone’ overlast van bomen. Die kunnen zij toch als heel hinderlijk ervaren, maar dat betekent niet dat het standpunt van de gemeente onredelijk is. De argumenten die de gemeente aanvoert voor haar besluit, kloppen en zijn gebaseerd op het bomenbeleid.
De ombudsman vindt dat de gemeente behoorlijk heeft gehandeld en besluit, ondanks het verzoek van mevrouw H. en de heer F., de gemeente geen aanbeveling te doen om de boom te snoeien.