Over zorg en onderwijs
Samenvatting dossier 8361
Elk kind moet passend onderwijs krijgen. Zo staat het in de wet. Er zijn echter kinderen die binnen het reguliere of speciale onderwijs geen plek vinden. Deze kinderen zitten thuis. In Rotterdam alleen al zijn dat er zo’n 500. Als deze kinderen op een school zijn ingeschreven, ontvangt de onderwijsinstelling een bedrag per leerling.
Stichting Bloemfleur/Acato bood gedurende ongeveer 5 jaar aan een steeds groter groeiende groep kinderen een oplossing. Kinderen die leerplichting waren of juist ontheven waren van de leerplicht en/of ingeschreven bij een instelling, maar toch thuis zaten.
Acato financierde de combinatie van zorg en onderwijs aan deze kinderen deels met het persoonsgebonden budget van een paar leerlingen. Omdat Acato dringend geld nodig had, vroeg zij de gemeente Rotterdam eind 2017 om hulp.
De ombudsman vindt dat de gemeente zich direct na de hulpvraag van Acato had moeten realiseren dat Acato niet binnen de bestaande juridische kaders paste en dat deze organisatie van vrijwilligers hulp nodig had.
Gedurende anderhalf jaar worden veel opties verkend. Acato dacht steeds dat er een oplossing was en dat er afspraken waren gemaakt over de financiering. Maar dan stuitte het af op de regels: Onderwijs alleen op aangewezen onderwijslocaties en zorg alleen van een aanbieder die aan de voorwaarden van de Jeugdwet voldoet. Zo bleek pas na 8 maanden dat de Onderwijsinspectie niet akkoord ging met de gekozen route. Daarna moest Acato weer allerlei nieuwe overleggen in voor een nieuwe route. Dit terwijl Acato een vrijwilligersorganisatie was met weinig geld en weinig tijd. De tijd die men had, stak men in de zorg aan kinderen.
De gemeente had daarom bij aanvang van het proces precies moeten onderzoeken wat de (juridische) mogelijkheden, kansen en bedreigingen waren. Dat heeft zij niet of onvoldoende gedaan. De gevolgen daarvan heeft zij ten onrechte voor rekening van Acato laten komen.
De ombudsman vindt dat de gemeente in het begin voldoende juiste informatie gaf, maar naarmate de irritaties zich opstapelden, trok de gemeente zich terug. Vanaf maart 2019 praat de gemeente niet meer met Stichting Bloemfleur/Acato maar met andere partijen. De ombudsman vindt dat niet behoorlijk.
Voordat de gemeente een besluit neemt, dient zij alle relevante feiten en omstandigheden te onderzoeken. Dat betekent dat zij ook de mening van de ouders had moeten vragen. Pas toen de gemeente al besloten had niet door te gaan met Acato vond er op 7 mei 2019 een gesprek met de ouders plaats. Dat is veel te laat. De gemeente is tekort geschoten in de communicatie richting de ouders. Door de ouders niet te betrekken bij haar beslissing een eind te maken aan Acato, heeft de gemeente zich niet behoorlijk gedragen.
De gemeente heeft laten weten dat zij lessen wil trekken uit het oordeel van de ombudsman, met name ten aanzien van de communicatie met de ouders. De ombudsman heeft met instemming kennis genomen van deze reactie.
De gemeente laat echter ook weten dat zij zich voor een deel niet kan vinden in het oordeel van de ombudsman. De gemeente miskent daarbij dat het een traject van anderhalf jaar is geweest, waarbij het een aantal keer leek dat er een oplossing onder handbereik lag, die vervolgens toch niet haalbaar bleek. De gemeente is op dit punt nalatig geweest. Als overheidsorgaan had zij beter moeten weten.