Over vergunningen, handhaving en openbaarheid
(Samenvatting onderzoek dossier 7273)
De heer S. woont in Rotterdam. Bij het huis van zijn buurman zijn 2 inritten. Daarnaast maakt de buurman op een lichtmast reclame voor zijn bedrijf. De heer S. wil dat de inritten en de reclame verdwijnen. Daarom dient hij bij de gemeente op 28 november 2017 een verzoek om handhaving in tegen de reclame en de 2 inritten. Ten aanzien van de reclame onderneemt de gemeente actie. Ten aanzien van de inritten krijgt de heer S. een reactie dat de gemeente voor de beide inritten een vergunning heeft verleend en dat zij daarom geen actie onderneemt.
De heer S. wil deze inritvergunningen graag inzien. Daarom vraagt hij bij de gemeente een kopie. De gemeente verwijst hem daarvoor naar de Wob-procedure. De heer S. snapt die verwijzing niet. De heer S. vindt dat de gemeente bovendien veel te laat reageert op zijn vragen en als ze reageert, een onjuiste reactie geeft.
Tijdens het onderzoek van de ombudsman reageert de gemeente alsnog op het handhavingsverzoek, de vraag van de heer S. waarom hij een Wob-verzoek in moest dienen en de ingebrekestelling. De ombudsman vindt dat de gemeente daarmee uiteindelijk inhoudelijk voldoende reageert. De gemeente is de heer S. tijdens het onderzoek van de ombudsman op zijn 1e klacht voldoende tegemoet gekomen. De 2e klacht dat er ten onrechte gesteld werd dat er 2 inritvergunningen waren verleend is gegrond. Het staat vast dat er voor deze inritten geen vergunning is verleend. De reactie van de gemeente is onjuist. De ombudsman stelt tot slot vast dat de reacties van de gemeente veel te lang op zich hebben laten wachten en vindt daarom dat de 3e klacht gegrond is.
Tijdens het onderzoek naar de klacht heeft de ombudsman zich afgevraagd waarom de heer S. van de gemeente een Wob-verzoek in moest dienen om kennis te kunnen nemen van de (naar later blijkt niet bestaande) inritvergunningen. De ombudsman vindt dat de gemeente zaken niet onnodig moet compliceren. Als duidelijk is dat omgevingsvergunningen voor inritten openbaar zijn via officielebekendmakingen.nl, dan zijn (behoudens zeer bijzondere omstandigheden) alle omgevingsvergunningen voor inritten openbaar. Wat openbaar is voor de een, is bovendien ook openbaar voor de ander. Het past dan niet om betrokkenen te verwijzen naar een formele Wob-procedure als dat niet nodig is.
Omdat de gemeente inmiddels aan verbeteringen werkt, verbindt de ombudsman geen aanbeveling aan zijn oordeel.