Onredelijke eisen en gebrek aan maatwerk
(Samenvatting dossier 2015.456)
Mevrouw D. is een alleenstaande moeder. Zij is al een paar jaar aangewezen op een uitkering. Op eigen initiatief en op eigen kosten volgt zij een beroepsgerichte opleiding tot tandartsassistente. Om de opleiding te kunnen afronden moet zij stage lopen.
De gemeente verwacht dat zij gedurende haar re-integratietraject ook tijdens stagedagen 100% telefonisch bereikbaar is, maximaal solliciteert en dat zij op korte termijn stagedagen kan verzetten voor andere re-integratieactiviteiten of trajecten.
De gemeente vindt dat mevrouw G. tekort schiet in het nakomen van haar verplichtingen en legt haar daarom drie maal een maatregel in de vorm van een korting op de uitkering op.
Mevrouw D. klaagt bij de ombudsman dat haar matchmakers van het cluster Werk en Inkomen geen rekening houden met haar situatie, onredelijke eisen stellen en haar
onheus bejegenen.
De ombudsman oordeelt na onderzoek, waaronder het horen van de betrokken matchmakers, dat mevrouw G. gelijk heeft. De gemeente heeft onvoldoende vorm gegeven aan de behoorlijkheidsvereisten maatwerk en redelijkheid.
De gemeente en mevrouw G. wilden allebei dat mevrouw G. zo snel mogelijk uit de uitkering zou uitstromen. De gemeente is er onvoldoende in geslaagd in gezamenlijk overleg met mevrouw G. dit gemeenschappelijke belang te benadrukken en daar adequate afspraken over te maken.
Nadat mevrouw G. in het begin ruimte van de betrokken matchmaker kreeg, lijkt er geleidelijk een prestigekwestie te zijn ontstaan, waarbij niet de uitstroom en toekomst van mevrouw G. centraal stonden, maar het volgen van de regels van het cluster Werk en Inkomen.
Gelet op het feit dat alle partijen van mening waren dat een baan als tandartsassistente een reële en duurzame kans op een plek op de arbeidsmarkt was, kan de ombudsman niet begrijpen waarom het uiteindelijk (in 9 maanden tijd) tot 3 maatregelen van 100% is gekomen.