Oneigenlijke druk om een proefplaatsingsovereenkomst te ondertekenen?
(samenvatting dossier 1486) De heer O. heeft een eigen woning (vermogen), maar te weinig inkomen om van te leven. Hij ontvangt leenbijstand van de gemeente Nissewaard op grond van de Participatiewet. Dit betekent dat hij deze bijstand in de toekomst terug moet betalen.
De heer O. werkt als huismeester met behoud van uitkering. Zijn accountmanager van het Werkgeversservicepunt van de gemeente Nissewaard wijst hem op een passende vacature. Hij wordt aangenomen! In plaats van een contract krijgt hij echter een proefplaatsingsovereenkomst van 3 maanden. De heer O. voelt zich benadeeld. Als hij hierover in gesprek gaat met de accountmanager wijst deze hem op de gevolgen als hij weigert de overeenkomst te ondertekenen. De Participatiewet laat de heer O. geen keuze.
De heer O. voelt zich financieel benadeeld en oneigenlijk onder druk gezet. Hij wendt zich eerst tot de verantwoordelijke wethouder, waarna hij de drie maanden bijstand tijdens de proefplaatsingsovereenkomst niet hoeft terug te betalen. De heer O. laat het daar niet bijzitten en legt zijn bejegeningsklacht voor aan de ombudsman.
Een (begrijpelijke) aarzeling om een proefplaatsingsovereenkomst te ondertekenen in plaats van een arbeidscontract is voor de ombudsman nog geen weigering. Er was geen reden om te twijfelen aan de wil van de heer O. om zo spoedig mogelijk uit de uitkering uit te stromen. De heer O. wist vermoedelijk al wat de consequenties konden zijn van het niet tekenen van de proefplaatsingsovereenkomst. Hem wijzen op de (negatieve) gevolgen was inhoudelijk overbodig en vergrootte alleen de spanning of druk die de heer O. ervoer om te tekenen.
De aarzeling van een gemotiveerde werkzoekende om een proefplaatsingsovereenkomst te ondertekenen is wat de ombudsman betreft aanleiding voor extra bedenktijd of een goed gesprek over de achterliggende redenen. De aarzeling mag in ieder geval niet direct leiden tot het wijzen op de eventuele gevolgen voor de uitkering (maatregelen) gezien de persoon en de persoonlijke context. Dit oordeel staat los van het feit of de heer O. achteraf financiële compensatie heeft ontvangen. De ombudsman heeft de klacht beoordeeld als een bejegeningsklacht.