1. Door alle loketten de oplossing niet meer zien
De weg vinden is al een opgave. Dan nog de juiste vraag stellen, aan de juiste ambtenaar én op het juiste moment. De overheid is zó complex geworden, dat inwoners geregeld de weg kwijtraken. Voor de oplossing van hun problemen moeten zij bij verschillende overheidsinstanties zijn. En binnen één instantie zijn er weer verschillende afdelingen. Inwoners worden van het kastje naar de muur gestuurd. Ook zien we dat de armste mensen de rijkste bureaucratie hebben.
Dat moet anders, want voor inwoners bestaat er slechts één overheid. Zij moeten daarom ook zo worden benaderd. Bestrijd de lokettenjungle, want één loket dwingt de overheid om problemen holistisch te benaderen, in plaats van uit elkaar te trekken. Dit verlangt samenaarschap: gedeeld publiek eigenaarschap, automatische toekenning van toeslagen, versimpeling van procedures en een proactieve overheid.
2. Goed communiceren ken je leren
De wijze waarop de overheid communiceert, is lang niet voor iedereen te begrijpen. Het taalniveau is te hoog of het is onduidelijk wat de overheid precies aan inwoners vraagt. Wat ons betreft is heldere taal het nieuwe normaal. De overheid moet goed uitleggen waarom zij dingen doet en besluit. In een taal die inwoners snappen. Dit betekent toegankelijke brieven, zonder jargon en juridische abracadabra. Vaak krijgt de inwoner niet eens naam en telefoonnummer van degene die de brief schrijft. Rechtstreeks vragen stellen is lastig, zo niet onmogelijk. We willen minder anonimiteit en juist een 06-overheid.
3. Aan alles tekort, behalve aan schaarste
Een groot deel van de signalen die we ontvangen, gaat over wachten. Wachten op zorg, op jeugdhulp, op een betaalbare woning, op een passende plek op school. De reden? Aan van alles is een tekort. Bovendien wordt de overheid steeds strenger in het verdelen en toewijzen. Dat leidt voor inwoners regelmatig tot onbegrip, maar ook tot schrijnende situaties. Want waarom de ene wel en de ander niet?
4. Een goede overheid wint geen rechtszaak, maar vertrouwen
We zien dat overheid en inwoner geregeld tegenover elkaar staan. De beste rechtsbescherming begint bij een overheid die zich houdt aan haar eigen wetten en aan rechterlijke uitspraken, en die geen rechtszaken tegen inwoners start als een andere oplossing mogelijk is.
5. Wie de kleintjes eert, is de toekomst weerd
De overheid vergeet nog wel eens dat kinderen en jongeren zelf ook rechten hebben. Wij zien een gebrek aan kennis van kinderrechten bij de overheid. In beleidsstukken worden deze rechten zelden benoemd. Kinderen worden regelmatig overgeslagen. Hun belangen staan niet altijd centraal bij het opstellen van beleid dat hen nu en in de toekomst raakt. Terwijl dat juist een van de fundamentele beginselen is van het kinderrechtenverdrag.
6. Mijn data, mijn keuze
Burgers hebben recht op privacy, maar mogen ook zelf kiezen om hun gegevens te delen. Toch staat de wet dat soms in de weg, zelfs als ze daar toestemming voor geven. Dat maakt hulp lastiger, vooral voor mensen met veel problemen tegelijk. Daarom willen we regels die het makkelijker maken om gegevens te delen als de burger dat wil. Zo kunnen instanties beter samenwerken en mensen sneller helpen.
7. Het herstelschandaal raakt ons allemaal
De regio Rotterdam-Rijnmond telt het grootste aantal slachtoffers toeslagenschandaal. Dat maakt onze regio tot rampgebied. Inmiddels is ook sprake van een herstelschandaal: het herstel duurt te lang en is voor slachtsoffers te ingewikkeld gemaakt. Lange wachttijden en tekorten bij gemeenten staan een ruimhartige brede ondersteuning in de weg.
8. Maak van inspraak het nieuwe volksvermaak
Participatie is voor ons passé. Wij spreken alleen nog over zimmen, wat staat voor zeggenschap, inspraak, meepraten en meebeslissen. Zimmen is een werkwoord. We zien dat gemeenten vooral praten over hoe zij inwoners betrekken bij (voorgenomen) beslissingen in plaats van mét inwoners te praten. Ook zien we dat gemeenten last hebben van koudwatervrees, zeker waar het gaat om zimmen met kinderen en jongeren.
9. Een Woo-relatie is geen relatie
Het vertrouwen dat inwoners hebben in de overheid blijft afnemen. Zij hebben het idee dat overheden achter hun rug om besluiten nemen, zaken verborgen willen houden. Als gevolg zien wij inwoners gemeenten soms bestoken met zogeheten Woo-verzoeken. De Wet open overheid kan een mooi instrument zijn om transparantie af te dwingen. Maar als het ontspoort, gaat er onnodig veel tijd en gemeenschapsgeld naartoe. Wij vinden dat overheden in de kern moeten streven naar radicale transparantie. Laat een Woo-verzoek ook een aansporing zijn om met de indiener in gesprek te gaan om zo te kijken wat mensen daadwerkelijk willen en er proberen samen uit te komen. Werk dus aan het vertrouwen van de inwoners.
10. Geen adres? Veel succes!
Inwoners benaderen ons omdat ze hier wonen, werken en leven, maar geen adres hebben. Officieel zijn zij ‘onzichtbaar’. Dit geeft problemen, want zonder een woon-of briefadres hebben zij geen toegang tot zorg, werk of ondersteuning. Om deze toegang wel te krijgen, is een adres cruciaal. Dat geldt omgekeerd ook voor de overheid, want zo kan zij op haar beurt contact opnemen. We roepen de overheid op om deze groep inwoners perspectief te bieden. Zodat iedereen die aantoonbaar in een gemeente verblijft volledig kan meedoen.
11. Sterke straten maken een sterke buurt
Inwoners maken hun stad of dorp – met inzet, zorg en daadkracht. Daarom is het belangrijk dat er vanuit straten, buurten en wijken meer zeggenschap en inspraak komt. De overheid moet lokale initiatieven omarmen en plekken beschermen waar mensen samenkomen. De beste bescherming voor een goed functionerende gemeenschap en lokale democratie zijn betrokken buurtbewoners en ondernemers.
Zie ook ons onderzoek: www.orr.nl/omarm-me