Ombudsmannen willen betere controle op preventief fouilleren
(persbericht 15 september 2011)
“Preventief fouilleren raakt de rechten van burgers”
De fundamentele rechten van burgers, vooral het recht op privacy en lichamelijke integriteit, moeten bij de uitvoering van preventief fouilleren beter worden gewaarborgd. De behoefte aan efficiency bij het gebruik van dit middel mag niet tot gevolg hebben dat deze rechten op de achtergrond raken.
Dat concluderen de Nationale ombudsman en de Ombudsman Rotterdam-Rijnmondnen van Amsterdam en Rotterdam in hun rapport “Waarborgen bij preventief fouilleren; over de spanning tussen veiligheid, privacy en selectie“.
Zij pleiten voor een toets vóóraf op het doel van de actie, zodat controle achteraf beter mogelijk is. De ombudsmannen deden het afgelopen half jaar gezamenlijk onderzoek naar preventief fouilleren.
”De controle op een correcte uitvoering wordt moeilijker”, oordelen de ombudsmannen. Zij constateren dat in het streven naar veilige wijken de grenzen tussen preventie van wapencriminaliteit en opsporing van strafbare feiten vervagen. Preventie is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en opsporing valt onder het Openbaar Ministerie.
De ombudsmannen pleiten daarom voor heldere criteria en een actievere rol van de officier van justitie, vooral omdat de aanpak per gemeente en per situatie sterk verschilt.
Selecteren en controleren
Het uitgangspunt bij de invoering van preventief fouilleren was dat het aselectief gebeurt. Dat wil zeggen dat politieagenten bij de keuze wie gefouilleerd wordt zonder aanzien des persoons handelen en geen rekening mogen houden met hun ‘professionele intuïtie’. In de praktijk blijkt er wel behoefte aan selectie te zijn omdat dat efficiënter is en omdat daardoor minder burgers getroffen worden. “De vraag is wie daarop controleert”, aldus de ombudsmannen. “De verantwoordelijkheid daarvoor is heel onduidelijk geworden”.
De ombudsmannen vinden dat de politie in ieder geval nooit mag selecteren op grond van ras of religie vanwege de grote maatschappelijke gevoeligheid.
De drie ombudsmannen hebben begrip voor de behoefte van de politie om efficiënt te kunnen controleren. “Maar”, zo vinden zij, “dan moet je wel voorwaarden stellen. Burgerrechten moeten gerespecteerd worden. Dat betekent dat je vóóraf duidelijk moet aangeven met welk doel je fouilleert en welke selectiecriteria je hanteert. Het betekent ook dat je achteraf moet kunnen controleren of een optreden proportioneel was. En of er geen andere mogelijkheden open stonden.”
Aanleiding onderzoek
Vanwege de grote schaal waarop er inmiddels preventief gefouilleerd wordt en vanwege de spanning tussen waarborgen voor burgers voor hun privacy enerzijds en voor hun veiligheid anderzijds, besloten de ombudsmannen de uitvoering van preventief fouilleren te onderzoeken. Op het meldpunt over dit onderwerp zijn ruim zestig reacties van burgers ontvangen.
Jaarlijks 50.000 mensen gefouilleerd
Jaarlijks worden alleen al in Amsterdam en Rotterdam en op Schiphol ruim 50.000 mensen preventief gefouilleerd. Overigens zien steden als Den Haag en Utrecht inmiddels af van preventief fouilleren.
Het doel van preventief fouilleren is het voorkomen van wapenbezit en het verhogen van het gevoel van veiligheid. In daartoe aangewezen gebieden kan iedereen op straat of in een horecagelegenheid zonder reden en geheel willekeurig gefouilleerd worden. De kleding, maar ook eventuele tassen, kinderwagens en auto’s worden doorzocht op de aanwezigheid van wapens.