Krijgt ik de kosten voor de opvang van mijn nichtje vergoed?
Mevrouw R. benadert de gemeentelijke kinderombudsman. Zij heeft in 2013 een aantal maanden haar nichtje opgevangen. Haar nichtje kon door omstandigheden namelijk niet meer thuis wonen. Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR) was hierbij betrokken.
Mevrouw R. klaagt erover dat zij van JBRR geen vergoeding ontvangt voor de kosten die zij heeft gemaakt voor de opvang van haar nichtje, terwijl JBRR wel had beloofd dat zij deze vergoeding zou krijgen.
De kinderombudsman vraagt JBRR om op de klacht van mevrouw R. te reageren. Daarbij verwijst de kinderombudsman naar de aanbevelingen die hij naar aanleiding van een eerder onderzoek naar een soortgelijke klacht aan JBRR heeft gedaan.
JBRR laat in eerste instantie weten dat het nichtje op meerdere plaatsen heeft verbleven en dat bij die plaatsingen de normale financiële richtlijnen zijn gevolgd. Ook staat in de brief dat de kinderbijslag door de moeder van het nichtje zou worden overgemaakt aan mevrouw R. JBRR stelt vast dat er 46 dagen zijn dat het nichtje bij mevrouw R. heeft gewoond waarvoor geen vergoeding is uitbetaald. Deze vergoeding wordt alsnog uitbetaald.
Mevrouw R. laat aan de kinderombudsman weten dat zij de kinderbijslag nooit ontvangen heeft en dat haar nichtje veel langer bij haar heeft gewoond dan de periode waarvoor zij nu een vergoeding ontvangt. Dit blijkt uit gespreksverslagen die door JBRR zijn opgesteld.
De kinderombudsman vraagt JBRR om op deze informatie te reageren. JBRR laat vervolgens weten dat zij heeft nagelaten om te controleren of de kinderbijslag wel werd overgemaakt door de moeder van het nichtje. Daarom besluit JBRR om de vergoeding alsnog uit te betalen.
De kinderombudsman is blij dat er een oplossing is gekomen en sluit het dossier.