Klachtafhandeling na discussie bij laad- en losplaats voldoende gemotiveerd
(samenvatting dossier 2016.202/2602) Tegenover de Albert Heijn aan de Argonautenweg in Rotterdam is een laad- en losplaats. Er kunnen ongeveer 3 auto’s staan. Op 16 januari 2016 vindt er bij deze laad- en losplaats een discussie plaats tussen de heer L. en 2 stadswachten. De heer L. wil zijn auto op de 3e parkeerplaats zetten, maar wordt door stadswacht G. aangesproken dat hij er niet mag parkeren. De heer L. vindt dat door het optreden van de stadswachten een gevaarlijke situatie ontstond.
Volgens de heer L. kennen de stadswachten de betekenis van bord E7, laad- en losplaats niet. Volgens hem stonden zijn vrouw en kinderen met de boodschappen op de stoep op hem te wachten. Naar zijn mening is dat ‘onmiddellijk’ laden en lossen dat op deze plek dus toegestaan is. De heer L. stelt dat ook als hij als bestuurder de boodschappen uit de Albert Heijn gaat halen, er sprake is van ‘onmiddellijk’. De heer L. heeft geen bekeuring gekregen.
De ombudsman besluit zowel de echtgenote van de heer L., mevrouw L., als de beide stadswachten te horen over wat er die dag is gebeurd.
De stadswachten verklaren dat mevrouw L. pas met haar kinderen en de boodschappen aan kwam lopen toen zij al een tijdje met de heer L. in discussie waren. Eerst sprak stadswacht mevrouw G. de heer L. aan en vervolgens nam stadswacht mevrouw S. het over. Volgens hen viel het parkeren van de heer L. niet onder ‘direct laden en lossen’ en hebben zij hem uitgelegd wat in dit verband ‘onmiddellijk’ en ‘direct’ betekent.
Mevrouw L. verklaart dat zij met haar kinderen en de boodschappen achter de ramen van de Albert Heijn stond te wachten tot haar man op de laad- en losplaats was gearriveerd en toen met kinderen en boodschappen over de stoep richting de heer L. liep. Haar man was toen in discussie met mevrouw S.
De ombudsman heeft tijdens de hoorgesprekken de indruk gekregen dat de stadswachten goed weten wat het bord E7, laad- en losplaats betekent. Dit geldt zeker voor mevrouw S. die al 18 jaar stadswacht is. De klachtafhandeling had echter op onderdelen beter gekund. Over het geheel vindt de ombudsman dat de klachtafhandeling voldoende gemotiveerd is. De ombudsman informeert de heer L. nog over de vele uitspraken die er door rechtbank en gerechtshoven over de betekenis van ‘onmiddellijk’ en ‘direct’ laden en lossen zijn gedaan. De ombudsman zal zelf geen uitspraak doen of de gedragingen van de heer L. als ‘direct’ en ‘onmiddellijk’ aangemerkt moeten worden.