Klacht over voormalige deelgemeente IJsselmonde niet gegrond
De heer L. klaagt erover dat zijn klachten over overlast in zijn woonomgeving niet meer worden behandeld door de deelgemeente IJsselmonde. De heer L. ondervindt overlast van zijn buren en een hond bij hem in de buurt die aanhoudend hard blaft. Twee jaar lang doet hij regelmatig meldingen bij de politie, de woningbouwcorporatie en de deelgemeente IJsselmonde. De deelgemeente besluit na die tijd om niet meer te reageren op meldingen van de heer L.
De heer L. dient hierover een klacht in bij de gemeentelijke ombudsman. De ombudsman onderzoekt de klacht van de heer L. en beoordeelt daarbij of de deelgemeente voldoende actie heeft ondernomen na de meldingen van de heer L. en een besluit mocht nemen daarmee te stoppen.
Binnen de gemeente Rotterdam kunnen bewoners woonoverlast melden bij het algemene telefoonnummer van de gemeente Rotterdam of via het digitale woonoverlastformulier. Als iemand een woning huurt kan hij contact opnemen met de verhuurder. De heer L. heeft de woonoverlast gemeld bij de deelgemeente en bij de verhuurder. De deelgemeente heeft geluisterd naar de klachten van overlast en de heer L. daarin serieus genomen. De deelgemeente maakte de klachten ook kenbaar bij andere instanties, zoals de politie. Een medewerker van de deelgemeente is op het huisadres van de heer L. op bezoek geweest om de overlastklachten te beoordelen. Ook is de heer L. uitgenodigd door de deelgemeente om te praten over de overlast. Uiteindelijk is de deelgemeente na analyse van alle klachten tot de conclusie gekomen dat de klachten niet gegrond zijn en heeft de deelgemeente besloten niet meer te reageren op de klachten van de heer L. omdat zijn klachten een onevenredige belasting en beslag leggen op de beschikbare capaciteit van de medewerkers van de gemeente. De deelgemeente heeft dit besluit zowel mondeling als schriftelijk aan de heer L. medegedeeld.
De ombudsman constateert dat de deelgemeente voldoende heeft gedaan aan de klachten van de heer L. De ombudsman kan zich niet voorstellen wat in redelijkheid nog meer van de (deel)gemeente verwacht kan worden. Het verschil van mening, over wat wel en wat niet acceptabel is, met andere woorden of sprake is van onaanvaardbare overlast, zal blijven bestaan. De heer L. heeft bij de ombudsman niet aannemelijk kunnen maken dat de door hem ervaren overlast de grenzen van het betamelijke zover overschrijdt dat nadere actie van de (deel)gemeente aangewezen was. De ombudsman oordeelt dat de klacht niet gegrond is. De ombudsman verbindt geen aanbeveling aan het oordeel.
Voor het volledige rapport (14.551) klik hier