Klacht over huurkoop woonwagens
Hellevoetsluis, 20 januari 2015
In oktober 2003 koopt mevrouw E. via huurkoop twee woonwagens van de gemeente Hellevoetsluis. Dit betekent dat mevrouw E. maandelijks een huurbetaling aan de gemeente doet en zij na betaling van de verkoopprijs de woonwagens in eigendom verkrijgt. Mevrouw E. beklaagt zich over de manier waarop de gemeente Hellevoetsluis reageert op de problemen die mevrouw E. al jaren heeft met de woonwagens. Zij vindt dat de gemeente Hellevoetsluis de oorzaak is van die problemen.
De ombudsman stelt een onderzoek in naar 4 klachten van mevrouw E.
Klacht 1. De gemeente heeft voor de opslag van de huisraad van mevrouw E.
containers ter beschikking gesteld die ondeugdelijk zijn
In juli 2010 gaat de gemeente op huisbezoek bij mevrouw E. om de staat van de woonwagens te bekijken. De gemeente constateert dat er direct voorzieningen moeten worden getroffen omdat er gevaar is voor instorting. Daarnaast schakelt de gemeente een bureau in dat een bouwtechnisch onderzoek moet verrichten aan de woonwagens. De ombudsman constateert dat de gemeente drie containers heeft laten plaatsen zodat mevrouw E. haar huisraad hierin kon opslaan voor de duur dat de noodvoorzieningen aan de woonwagen werden verricht. Deze containers staan er drie jaar later nog. Mevrouw E. stelt dat haar huisraad is beschadigd doordat de containers ondeugdelijk zijn. De ombudsman is echter van oordeel dat het feit dat de containers er drie jaar later nog staan niet betekent dat er in 2010 ondeugdelijke containers door de gemeente zijn geplaatst. Mevrouw E. heeft ten tijde van de plaatsing in 2010 of vlak daarna niet over de containers geklaagd. Daarnaast had mevrouw E. toegang tot de containers en zelf maatregelen kunnen treffen om haar spullen te beschermen.
Deze klacht acht de ombudsman ongegrond, de gemeente heeft behoorlijk gehandeld.
Klacht 2 . De gemeente heeft ten onrechte verzuimd deugdelijke ondergrond (stelconplaten) onder de woonwagens te plaatsen.
Volgens mevrouw E. heeft de gemeente ten tijde van de verkoop in 2003 de woonwagens niet goed geplaatst/heeft verzuimd deugdelijke ondergrond te plaatsen. De ombudsman constateert tijdens zijn onderzoek naar deze klacht dat de ondergrond van de woonwagens al onderwerp is geweest van een procedure tussen de gemeente en mevrouw E. bij de kantonrechter. In de regel doet de ombudsman geen onderzoek naar een klacht waarbij een andere rechter dan een bestuursrechter over dezelfde gedraging van de gemeente waarover de klacht gaat, uitspraak heeft gedaan. In dit geval is hier sprake van. De ombudsman besluit zijn onderzoek naar de klacht niet voort te zetten en spreekt dan ook geen eindoordeel uit over deze klacht.
Klacht 3. De gemeente is niet behulpzaam bij het vinden van een oplossing voor de problemen.
De ombudsman onderzoekt bij deze klacht of de gemeente toezeggingen heeft gedaan en betrekt daarbij alle feiten en omstandigheden.
De ombudsman constateert dat de gemeente geen enkele toezegging heeft gedaan over de termijn waarin alles opgelost zou worden. De ombudsman is van oordeel dat de geplande duur van de opslag van de spullen in de containers, drie maanden, de tijd die het duurde om een onderzoek te doen en noodvoorzieningen te treffen, niet gelijk staat aan een toezegging dat de problemen van de woonwagen binnen drie maanden worden opgelost.
Deze klacht acht de ombudsman ongegrond, de gemeente heeft behoorlijk gehandeld.
Klacht 4. De gemeente heeft de klacht van mevrouw E. over de heer P., een door de
gemeente aangestelde medewerker woonwagenzaken, niet goed behandeld.
Als een burger niet tevreden is over hoe zijn/haar klacht door de gemeente is behandeld dan kan de ombudsman hier een onderzoek naar instellen. De ombudsman is tijdens zijn onderzoek abusievelijk ervan uitgegaan dat het mevrouw E. is geweest die een klacht heeft ingediend bij de gemeente over de heer P. Dit blijkt niet het geval te zijn, de klacht was ingediend door de ouders van mevrouw E. Omdat de ouders van mevrouw E. geen klacht bij de ombudsman, over de behandeling van hun klacht door de gemeente, hebben ingediend en mevrouw E. niet heeft aangegeven dat zij de klacht namens haar ouders indiende, besluit de ombudsman zijn onderzoek naar de klacht te beëindigen zonder daar een oordeel aan te verbinden.
Voor het volledige rapport klik hier