Klacht over gemeente Rotterdam na langdurige overlast hangjongeren
(dossier 14.288 van 28 augustus 2014)
De heer R. heeft gedurende negen maanden veel last van hangjongeren voor de deur van zijn woning. Hij klaagt bij de ombudsman dat de deelgemeente IJsselmonde niet genoeg doet om daar een einde aan te maken. De heer R. vindt dat de (deel)gemeente aansprakelijk is voor de door hem geleden schade: door de overlast is hij zijn baan verloren en heeft hij schulden gekregen.
De ombudsman onderzoekt de klacht van de heer R. en bekijkt of de deelgemeente IJsselmonde zich voldoende heeft ingespannen om de door de heer R. ervaren overlast te beteugelen en of de deelgemeente voldoende heeft samen gewerkt met andere partijen. De ombudsman constateert dat de deelgemeente meer dan negen maanden nodig had voor de aanpak van de problematiek.
De ombudsman stelt vast dat de deelgemeente daarna wel intensief heeft samengewerkt met onder meer politie, Stadstoezicht/Toezicht en Handhaving van het cluster Stadsbeheer, Pit010, woningbouwvereniging en Stedelijk Jongeren Werk. De deelgemeente IJsselmonde heeft de aanhoudende klachten van de heer R. over overlast opgepakt, maar de is samenwerking niet effectief gebleken.
Het optreden van de deelgemeente geeft geen blijk van een zo snel en slagvaardig mogelijk optreden. In overleggen zoals de werkgroep jeugdoverlast en het overleg woonoverlast buitenruimte is voor de situatie van de heer R. aandacht geweest, maar ook deze samenwerking is niet erg effectief geweest. De klacht van de heer R is dan ook deels gegrond en deels ongegrond.
De ombudsman verbindt aan dit oordeel geen aanbeveling om bijvoorbeeld de door de heer R. gestelde schade vanwege het verliezen van zijn baan te compenseren. De reden daarvan is dat niet de gemeente, maar de overlastgevers de oorzaak zijn van het probleem. De ombudsman ziet ook geen aanleiding om aan dit oordeel een structurele aanbeveling te verbinden.