Een verrassende wending
Na maanden getouwtrek hoorde de heer S. in september 2016 eindelijk dat hij een scootmobiel krijgt. De heer en mevrouw S. konden toen niet bedenken dat er nog veel strijd met de gemeente Rotterdam zou volgen voordat ze daadwerkelijk een werkend voertuig zouden ontvangen. Uiteindelijk draait het om dat ene gesprek waarin de partijen tot elkaar kwamen.
Op 7 november 2016 dient mevrouw S. een klacht in bij de ombudsman. Haar man heeft een scootmobiel gekregen waar hij niets mee kan. Hij is rechtshandig en deze scootmobiel is voor linkshandigen gemaakt. Bovendien zit de zitting los. Ze heeft haar ongenoegen geuit richting de leverancier en sindsdien wil de leverancier geen contact meer met haar. Ze voelt zich onheus bejegend door de gemeente en de leverancier.
De ombudsman stuurt de klacht door naar het Klachtenbureau MO. Het Klachtenbureau geeft aan dat mevrouw S. zich onbehoorlijk heeft gedragen richting de leverancier en de betrokken gemeenteambtenaren. De gemeente wil nog wel een gesprek met de heer en mevrouw S. voeren, maar dit gesprek moet dan wel bij de gemeente plaatsvinden. Mevrouw S. wil liever helemaal geen gesprek voeren. Bovendien is het voor haar man ondoenlijk om over straat te gaan, dus een dergelijk gesprek zou alleen bij hen thuis kunnen plaatsvinden.
De medewerker van de ombudsman zet zich in om beide partijen te motiveren samen een uitweg te zoeken uit deze impasse. Het loopt zelfs zo hoog op dat de ombudsman de Taskforce Zorg moet inschakelen. Al deze pogingen leiden er uiteindelijk toe dat op 9 december 2016 een gesprek plaatsvindt tussen de gemeente en de heer en mevrouw S.
Na een stroef begin zorgt dit gesprek voor een verandering van 180 graden. Partijen komen overeen dat in december een goed functionerende scootmobiel wordt geleverd. Dit gebeurt daadwerkelijk en bij de levering was de betrokken ambtenaar van de gemeente aanwezig. Mevrouw S.: ‘’Zij is anderhalf uur gebleven en het was nog gezellig ook.’’