De heer A. gaat bij een vriendin op bezoek. Zij woont in een appartement op de 9e verdieping. Bij deze flat moet worden betaald voor het parkeren. Altijd als de heer A. langskomt, meldt deze vriendin hem aan in het digitale parkeersysteem van de gemeente Rotterdam. Als ze dit op 23 mei 2016 doet, krijgt ze een rare foutmelding. De heer A. kijkt daarom zelf even. 9 verdiepingen hoger, een paar pogingen verder en een kwartier later, is de auto alsnog aangemeld in het parkeersysteem van de gemeente.

Helaas duurde dit kwartier net te lang. 8 dagen later ontvangt de heer A. een boete. Begin juni 2016 gaat hij hiertegen in bezwaar. Ondanks meerdere verzoeken van de heer A, krijgt hij geen ontvangstbevestiging. Als hij in oktober zijn bezwaren nogmaals op papier zet, acht de gemeente dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat dit te laat zou zijn ingediend.

De heer A. vindt het onbegrijpelijk dat de gemeente zijn bezwaar zo slordig heeft behandeld, terwijl hij er niets aan kon doen dat het tijd kostte voordat de auto was aangemeld in het parkeersysteem. Daarom dient hij een klacht in bij de ombudsman. De ombudsman zet de klacht uit bij de gemeente en vraagt om nog eens goed te kijken naar deze situatie. De gemeente doet dit en vernietigt de boete.