Bejegening rondom een sollicitatiegesprek
(samenvatting dossier 2016.1303) De heer T. is 58 jaar en heeft sinds medio 2000 een uitkering. Eerst op grond van de Wet Werk en Bijstand en nu op grond van de Participatiewet. In het verleden is de heer T. een periode taxichauffeur geweest en hij wil dat graag weer worden. Het liefst directiechauffeur.
Op 9 juni 2015 bereidt hij met zijn matchmaker een sollicitatiegesprek bij een taxi-organisatie voor. Het aanbod dat hij tijdens het sollicitatiegesprek op 11 juni 2015 van de taxi-organisatie krijgt voldoet echter niet aan zijn verwachtingen op basis van het gesprek met zijn matchmaker. Daarom vraagt hij tijdens het sollicitatiegesprek bedenktijd om met haar te overleggen. Meteen na het gesprek probeert hij contact te krijgen, maar het lukt niet haar aan de telefoon te krijgen. Uiteindelijk stuurt hij haar een e-mail en in die e-mail vraagt hij ook om vakantie.
De baan bij de taxi-organisatie gaat niet door.
Op 15 juni 2017 stuurt de gemeente de heer T. een uitnodiging voor een handhavingsgesprek bij de handhaver de heer J. De gemeente heeft het voornemen een maatregel op te leggen omdat het volgens de gemeente de heer T. te verwijten is dat hij de baan niet heeft gekregen. De gemeente besluit hem na het gesprek een maatregel op te leggen.
De heer T. is het daar niet mee eens en tekent bezwaar en daarna beroep aan. De rechter geeft hem gelijk: “Gelet op de onduidelijkheden ten aanzien van de met eiser gevoerde gesprekken……, is er onvoldoende grond om te oordelen dat eiser zich verwijtbaar heeft gedragen….. Nu een maatregelwaardige gedraging niet is komen vast te staan heeft verweerder bij het bestreden besluit ten onrechte de maatregel gehandhaafd”. Daarnaast is de heer T. ontevreden over het gesprek met de heer J. Hij vindt dat de heer J. zich onfatsoenlijk tegenover hem heeft gedragen.
De ombudsman kan niet vaststellen dat de heer J. zich tijdens het handhavingsgesprek onfatsoenlijk heeft gedragen. De ombudsman vindt wel dat de gemeente in zijn geheel onvoldoende invulling gegeven aan het vereiste Fatsoenlijke bejegening. De gemeente had alle opeenvolgende contacten (of het gebrek daaraan) met de matchmaker, de jobcoach, de klantmanager én de handhaver in onderlinge samenhang moeten bekijken af moeten wegen tegen de individuele situatie van de heer T. Dat heeft de gemeente nagelaten en daarom heeft de gemeente zich niet behoorlijk gedragen.