Asbestverwijdering uit een portiek
Mannen in witte pakken
Op 6 december 2013 ziet de heer A. mannen in witte veiligheidspakken in zijn portiek lopen. Hij spreekt de mannen aan en die leggen hem uit dat zij asbesthoudend afval verwijderen uit de portiekwoning boven hem. De heer A. hoeft zich volgens de mannen echter geen zorgen te maken, omdat alles volgens protocol wordt verwerkt. Maar de heer A. is niet gerustgesteld. Zijn woning zit onder het stof afkomstig van de woning waaruit het asbest wordt verwijderd. Hij is dan ook bang dat er asbestresten tussen het stof zitten.
Hij probeert de situatie aan verschillende instanties voor te leggen, maar die verwijzen allen door naar een andere. Uiteindelijk komt hij terecht bij Stadsontwikkeling. Daar probeert men hem ook gerust te stellen. Een medewerker van Stadsontwikkeling zegt hem het verslag over de asbestverwijdering, met meetgegevens waaruit blijkt dat er geen asbesthoudende stoffen zijn vrijgekomen, via e-mail aan hem toe te sturen. De heer A. ontvangt echter geen e-mailbericht. Daarop bezoekt hij het spreekuur van de ombudsman, die een onderzoek instelt.
Onderzoek ombudsman
Het versturen van de toegezegde informatie
Uit het onderzoek blijkt dat de e-mail van Stadsontwikkeling naar het verkeerde e-mailadres was gestuurd. De ombudsman zorgt ervoor dat de heer A. alsnog de beloofde informatie krijgt. De gemeente heeft er te lang over gedaan (bijna 2 maanden) om de toegezegde informatie alsnog aan de heer A. toe te zenden. De gemeente had kunnen en moeten weten dat de e-mail verkeerd was verstuurd, omdat de heer A. weliswaar niet bij Stadsontwikkeling, maar wel bij medewerkers van het stadhuis had geklaagd, dat hij de gevraagde informatie niet had ontvangen.
Toezicht gemeente op asbestverwijdering
De ombudsman kan zich de schrik en de zorgen van de heer A. goed voorstellen. In het algemeen is de rol van de gemeente bij asbestverwijdering ondergeschikt. Het oude vergunningensysteem is vervangen door een meldingenstelsel, waarbij alleen gecertificeerde bedrijven asbest mogen verwijderen en elke ontruiming wordt gecontroleerd door een ander gecertificeerd bedrijf.
Dat betekent niet dat de gemeente helemaal geen rol heeft bij het toezicht op de asbestverwijdering. In de praktijk blijkt namelijk dat de gemeente wel vinger aan de pols houdt bij asbestverwijdering. In 10% van de asbestsaneringen controleert de gemeente. Ook als er meldingen zijn dat er iets misgaat, controleert de gemeente. In het geval van de heer A. is ook een ambtenaar langs geweest, maar pas nadat het asbest was verwijderd.
De ombudsman bestudeert het eindcontrolerapport van het gecertificeerde controlebedrijf dat overeenkomstig het Asbestverwijderingsbesluit de eindcontrole heeft uitgevoerd. Daaruit blijkt dat het pand geïnspecteerd is en dat uit meetgegevens over de samenstelling van de lucht in het appartement blijkt dat er geen asbestresten zijn achtergebleven. Uit de resultaten van een onderzoek met kleefmonsters dat nadien is uitgevoerd, blijkt dat er geen asbestresten achtergebleven zijn. De ombudsman concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de uitgevoerde asbestverwijderingswerkzaamheden.
Ondanks het feit dat de ombudsman vindt dat de gemeente het toezicht op een behoorlijke wijze heeft uitgeoefend, doet hij toch een aanbeveling. Hij kan zich namelijk goed voorstellen dat iemand zich een hoedje schrikt als er zonder een vooraankondiging opeens mannen in witte pakken in je portiek staan, die zeggen dat ze asbest uit de portiek boven of naast je gaan verwijderen. De ombudsman beveelt de gemeente daarom aan om er zorg voor te dragen dat direct omwonenden voorafgaand aan de asbestverwijdering worden geïnformeerd. De gemeente laat weten deze aanbeveling over te nemen.
De gemeente zal in brieven aan melders van een asbestsanering een tekst toevoegen: “Wij verzoeken u om direct omwonenden voorafgaand aan de verwijdering van de asbesthoudende stoffen over de asbestverwijdering en de daarbij gehanteerde werkwijze schriftelijk te informeren”.