Aanslag afvalstoffenheffing 2015
In januari van dit jaar ontvangen de meeste inwoners van Rotterdam weer een aanslag voor de gemeentelijke belastingen. Elk jaar stelt de gemeenteraad vast hoe hoog de aanslag is. In 2015 bedraagt de aanslag afvalstoffenheffing voor huishoudens die uit één persoon bestaan € 346,80. Huishoudens die uit twee of meer mensen bestaan, moeten € 359,70 betalen.
Kwijtschelding
Wie een laag inkomen en geen of weinig vermogen heeft, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding krijgen voor de aanslag. Vanaf dit jaar krijgt in Rotterdam niemand meer voor het volledige bedrag van de aanslag kwijtschelding. Daarbij wordt alleen voor mensen die AOW ontvangen een uitzondering gemaakt. Wie nog niet gepensioneerd is, moet sowieso 30% van de aanlag zelf betalen. Voor een alleenstaande is dat dus € 104,04 en voor een huishouden dat uit meer personen bestaat € 107,91.
Niet eens met besluit op kwijtscheldingsverzoek
Als de gemeente een verzoek om kwijtschelding afwijst, kan de aanvrager tegen die afwijzing bij de gemeente in beroep gaan. Als de gemeente daarna nog steeds geen kwijtschelding verleent, dan kan de aanvrager een klacht indienen bij de gemeentelijke ombudsman.
De ombudsman mag zich niet bemoeien met de hoogte van de aanslag en met de inhoud van de regels die de gemeente gebruikt bij de beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken. Dat is een zaak van de politiek. De ombudsman controleert alleen of de gemeente bij het behandelen van het kwijtscheldingsverzoek en het beroepschrift de regels goed heeft toegepast.
Geen kwijtschelding als er sprake is van vermogen
De ombudsman krijgt veel klachten van Rotterdammers die geen kwijtschelding krijgen omdat er volgens de gemeente sprake is van vermogen waaruit ze de aanslag kunnen betalen. Het gaat dan bijvoorbeeld om saldo op de bankrekening op de dag dat de kwijtschelding is aangevraagd.
Meneer S. is van mening dat hij wel recht heeft op kwijtschelding als hij € 3.000,- op zijn bankrekening heeft staan wat bedoeld is om zijn studie van te betalen. Mevrouw K. had geld op haar rekening staan dat bestemd was voor haar bruiloft. De ombudsman kijkt in zulke gevallen naar de berekening die de gemeente heeft gemaakt. Is er, na aftrek van bepaalde normbedragen, inderdaad sprake van vermogen? Dan is het meestal niet belangrijk wat degene die kwijtschelding aanvroeg van plan was om met dat geld te doen. Als het bedrag dat wordt aangemerkt als vermogen groter is dan het bedrag van de aanslag, dan is er volgens de regels dus geen recht op kwijtschelding. Ook mijnheer S. en mevrouw K. moeten de aanslag dus betalen.